Voorschot bijstand en termijnen

Op grond van artikel 52 PW dient de gemeente bij een bijstandsaanvraag een voorschot te verlenen binnen vier weken na de datum van de aanvraag. Gemeentes gaan hier vaak niet toe over. Onder andere omdat er vaak nog gegevens zijn die opgevraagd zijn bij de aanvrager van de uitkering, maar nog niet verstrekt zijn door de aanvrager. Dit zal niet altijd terecht zijn omdat het soms gaat om stukken die niet noodzakelijk zijn om het recht op uitkering vast te stellen.

Maar om dat op korte termijn middels een procedure gecorrigeerd krijgen, is bijzonder lastig. Tegen de afwijzing van een aanvraag voor een voorschot staat immers geen bezwaar open bij de gemeente en dus ook niet de mogelijkheid van een voorlopige voorziening bij de rechtbank.

Een praktische mogelijkheid om zo spoedig mogelijk een voorschot te kunnen krijgen, is de gevraagde gegevens direct in te leveren. Dus ook al geeft de gemeente 14 dagen om stukken in te leveren en daar een gesprek aan koppelt, dan nog adviseren wij de gevraagde stukken (voor zover mogelijk) direct in te leveren. Dat heeft namelijk het voordeel dat de termijn van vier weken waarbinnen het voorschot dient te worden verleend weer gaat lopen.
Ook gaan gemeentes uit van de datum van het indienen van de aanvraag en niet van de datum van de melding. Dus als u nog een aanvraagformulier voor de uitkering moet indienen dan adviseren wij dat ook op een zo kort mogelijke termijn te doen.